week_35_lenyprovoost

Klederdracht Walcheren. Kostuum links is van ong. 1790. Ze draagt een schelphoed met daaronder een voorhoofdsnaald. In de 18e eeuw droeg men bij zeer bijzondere gelegenheden een zgn. ‘sticklieff’, dat van baleinen voorzien over de onderkleding werd gedragen. Het was een mouwloos rijglijf, meestal van prachtige damast, waarover men een zeer kort beukje droeg, zodat het onderste deel van het sticklieff geheel zichtbaar bleef. Op de buik eindigde het sticklieff in een punt, voorzien van een zilveren of gouden rozet, de zgn. punthaak, welke diende om daar de schort op te houden. Daar het sticklieff niet van mouwen was voorzien, droeg men hierbij losse mouwen, die in grote aantallen en verscheidenheid in de boedelbeschrijvingen worden gevonden, en eveneens van kostbare stof waren gemaakt. Deze mouwen waren halflang en werden even onder de elleboog met een gouden of zilveren knoop gesloten. Aan de onderarmen worden gebreide armstukken gedragen, de zogenaamde labedissen. Met dank aan Het Walchers Costuum en Het Polderhuis.